onthulling gedenksteen noordbergum

Onthulling gedenksteen Noordbergum
In waterleidinggebouw Noord bergum:

DRIE MANNEN UIT FRIESE VERZET HERDACHT MET ONTHULLING STEEN

NOORDBERGUM -,,Toen stonden er in het midden van het volk mannen en vrouwen op.
Tegen het geweld en het germaans heidendom van de vijand stelden zij hun overtuiging van menselijkheid en hun getuigenis van christendom en humanisme.
Vreedzame burgers werden brandstichters, saboteurs en spionnen, en hielpen de vervolgden. ”
Deze aan Henk van Randwijk ontleende woorden klonken zaterdagmiddag in de volle kantine van het waterleidinggebouw in Noordbergum.

Ze werden geciteerd door burgemeester mr. John te Loo van Leeuwarden, die daar overigens sprak namens de NV Waterleiding Friesland.
Zijn woorden werden geėmotioneerd, maar in volstrekte stilte door de vele tientallen aanwezigen aangehoord.

De vele tientallen: voormalige leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, maar bovenal familieleden en nabestaanden van Evert Sijbesma uit Tzummarum, Tjalling Talma uit Veenwoudsterwal en Harmen de Vries uit Noordbergum, drie verzetsmensen, die in de aprildagen van 1945, ten tijde van de bevrijding, om het leven kwamen bij de verdediging van het waterleidinggebouw. Te hunner nagedachtenis werd in de toegangshal een steen met hun namen erin gebeiteld, onthuld.

Die onthulling werd verricht door hun toenmalige commandant, Wim van Oosten.
Hij deed dat door een doek weg te trekken.
Daarvoor was men bijeengekomen in de kantine, waar burgemeester drs. Aad van Duist van Tietjerksteradeel een sober welkomstwoord sprak.
Na hem haalde mr. Teade Kingma, oud- griffier van de provincie, herinneringen op aan die dramatische aprildagen, nu veertig jaar geleden.

Mr. Kingma heeft onmiddellijk na de bevrijding alles wat er in Bergum en omgeving was voorgevallen, opgeschreven. In april 1945 was hij ordonnans van Wim van Oosten, commandant van de BS-sectie Hardegarijp-Noordbergum. In eenvoudige bewoordingen, maar bewogen, schetste de heer Kingma een indringend beeld van wat er met name op 14 en 15 april in Noordbergum was voorgevallen bij de bewaking en verdediging van het waterleidinggebouw, zo essentieel voor het normale leven in Friesland.

Tjalling Talma en Evert Sijbesma werden zwaar gewond bij Duitse beschietingen rond de boerderij van Oostenbrug. Van Evert Sijbesma vernam men pas naderhand de werkelijke naam. In verzetskringen stond hij bekend als Bauke Kingma. Er werd onder, groot gevaar hulp gehaald van de echtgenote van ds. DeWal van Quatrebras (zij was verpleegster) en de artsen Poppinga uit Hardegarijp en De Groot uit Veenwouden.

Hun hulpmiddelen waren maar zeer gebrekkig, en zij konden ondanks manhaftige pogingen, het leven van beide mannen niet behouden. Evert Sijbesma overleed het eerst, in de nacht van 14 op 15 april.
Tjalling Talma, getrouwd en vader van vier kinderen, overleed de volgende dag.

Harmen de Vries bewaakte opdat moment het waterleidinggebouw, terwijl de Canadezen oprukten in de richting van Dokkum en Leeuwarden. Er passeerde een auto met oranje versiering. Harmen dacht met medestanders te doen te hebben, en stak zijn hand op.

Er werd vanuit de auto op hem geschoten, en hij stierf vrijwel onmiddellijk, in het hart getroffen. Zijn moordenaars zijn, ondanks verwoede nasporingen, nooit gevonden.

Nieuwe gevaren Mr. Te Loo wees ook op nieuwe gevaren van oorlog en fascisme, die ons bedreigen. De onthulling van het gedenkteken is, zo zei hij, van belang vanwege de herinnering en ook om dankbaar te kunnen herdenken, maar tevens om de blik vooruit te richten.
In die zin is deze steen, ook in de meest letterlijke zin, een teken aan de wand aldus de heer Te Loo.

Wim van Oosten roemde in zijn toespraak de in die periode gebleken ,,eensgezindheid van het Friese volk, fan būgjen frjemd” en memoreerde speciaal de rol die het oude echtpaar Klopstra uit Noordbergum heeft gespeeld. Zij hebben maanden lang een grote voorraad wapens van de BS verborgen gehouden.

Ook hij wilde de onthulling niet alleen zien in het teken van wat geschied is.
,,Zolang er zucht naar macht, honger en armoede bestaan, zal er geen vrede zijn.
De grootmachten maken steeds meer en beter wapens, en brengen daarbij monsterlijke financiėle offers, die meer dan voldoende zouden zijn om ziektes, honger en ellende te bestrijden. Maar de wereld is ook in Gods hand. En daarom zal er misschien voor onze kinderen en kleinkinderen toch nog een toekomst van vrede en hoop zijn,” aldus deze oud-verzetsman.

Bronnen: Leeuwarder Courant maandag 15 april 1985.